Dinsdag 29 juli

Feestelijke intocht in Rotterdam
– Spektakel over de Erasmusbrug. 

Een valse start voor een luie dag
Na dagenlang voor dag en dauw op pad te zijn, had ik vandaag dolgraag uitgeslapen. Maar nee, het ontbijt in hotel St. Joris eindigt om 10.30 uur en om 11.00 uur moeten we eruit. Dus hup: ontbijten, koffers inpakken en op weg. De rit naar Rotterdam gaat langs me heen; ik word pas echt wakker bij de Maasvlakte.

Eerst nog even thuis langs om de buit van wekenlange kilometers te lossen. Het lijkt wel een verhuizing van een compleet elftal én hun fans: zes paar wandelschoenen, zakken vol lege flesjes, een koffer groot genoeg voor een kleine giraffe, en tassen waarvan de inhoud mijzelf ook een raadsel is. Ik baan me letterlijk een weg naar de voordeur.

Warm welkom op de Kop van Zuid
Bij Hotel New York wacht een warme ontvangst. Bekenden, onbekenden;  handen worden geschud, blikken uitgewisseld, woorden van dank gedeeld. Ondanks mijn vermoeidheid zie ik dat er flink wat mensen zijn gekomen. Orlando Karam, wijkmanager van het gebied, opent de ceremonie en zet mij in het zonnetje. Stichting Dames van Nu overhandigt me een prachtige glazen award en een certificaat van erkenning.

Een bordesfoto kan natuurlijk niet ontbreken. De fotograaf heeft er een hele klus aan om iedereen én het bordes in één shot te krijgen. Dan breekt het feest los: de BLB Brassband zet in, trommels dreunen, trompetten schallen over de Kop van Zuid. De menigte komt in beweging, en op deze ritmes is stijfjes lopen geen optie meer.

Swingend over de Erasmusbrug
Als een trage, dansende golf bewegen we richting Coolsingel. Vanuit auto’s en trams worden foto’s genomen. Een politiebusje blokkeert het verkeer om onze stoet veilig over de Erasmusbrug te laten gaan.

Plots doemt een enorme robot op, applaudisseert, en heft mijn arm alsof ik net wereldkampioen boksen ben geworden. Even voelt het alsof ik van een andere planeet kom, maar mijn kleinzoon Ocean grijpt mijn andere hand en zet me weer met beide benen op aarde.

Een moeder als geen ander
De stoet stagneert in de “koopgoot” voor nog een show van de Brassband. Winkelaars voegen zich erbij, overal swingen heupen. Dan zie ik in de verte een dansend silhouet in traditioneel Surinaams gewaad. Mijn hart slaat een slag over, het lijkt mijn moeder. Een paar stappen later weet ik het zeker. De glimlach breekt door, adrenaline verdringt de vermoeidheid. Aan haar zijde dans ik alsof ik pas net begonnen ben. De menigte juicht, en mijn 95-jarige moeder steelt de show alsof ze 18 is.

Kippenvel op het Stadhuisplein
Op de treden van het stadhuis, waar geen enkele bestuurder aanwezig is, neemt komediant en presentator Eric Schröder (Deng Boy F’a Birti) het woord. Hij sluit af met een daverend “Stephen bedankt!” dat door de hele menigte wordt overgenomen. Golven van geluid, kippenvel van top tot teen.

Ik bedank iedereen voor de komst, in het bijzonder Ron, mijn moeder, mijn kinderen en kleinkinderen, en Roland: de man die deze intocht mogelijk maakte.

De afterparty
Een onverwachte, gezellige ‘after’-diner met zo’n dertig mensen maakt de dag compleet. Dank aan Denise Jannah voor het heerlijke eten, en aan iedereen die erbij was.

Thuis kruip ik letterlijk over de stapels spullen naar mijn bed. Nog voor mijn hoofd het kussen raakt, ben ik weg.

Maandag 28 juli

Van duisternis naar bevrijding

De laatste 38 kilometer naar Middelburg. 

Vroeg vertrek
Om half vier gaat mijn vertrouwde wekker. Dit is het: mijn laatste etappe naar Middelburg. Alles wat ik nu doe, doe ik voor de laatste keer. Een opluchting, besef ik. Precies om half vijf klopt Kees op de deur en overhandigt me een rijk ingepakt ontbijt. Gehaast prop ik het in de zakken van mijn wandelbroek.

Dan een tegenvaller: mijn verlichting zit nog in Ron zijn auto, enkele dorpen verderop. Het wordt dus mijn telefoonlamp; onhandig, want die gebruik ik ook voor mijn route, en de batterij heeft zijn langste tijd gehad. Ik bestudeer de eerste meters van de route zodat ik niet telkens in het donker hoef te stoppen. Links van me gloort vaag de hoge dijk, verder is het pikzwart. Splitsing? Licht uit, route opzoeken, licht aan. Zo worstel ik Krabbendijke uit, de lange Zeeuwse polderwegen op.

Ondanks dat het maandag is, is er geen kip op straat. Waar is dat vroege boerenleven gebleven?

Omroep Zeeland – radio
Om zeven uur belt Omroep Zeeland voor een interview. Acht minuten vertel ik over mijn tocht, mijn doel, hoe ik me voel en hoe mooi Zeeland is. Voor negen uur willen ze nog een keer bellen, natuurlijk mag dat. Hoe meer aandacht, hoe beter. Was Surinaamse media maar ook zo betrokken…

Enkele buitjes dwingen me in mijn regenjack. Mijn benen voelen zwaar, maar ik zet mijn verstand op nul. Linkerbeen, rechterbeen, herhalen. Ron voorziet me intussen van water en snacks.

Omroep Zeeland – tv
Het tweede radio-interview trekt ook de tv-ploeg aan. Ik deel mijn locatie en dan… barst de hemel open. Ron, die een stuk zou meelopen, sprint terug naar de auto voor mijn regenkleding. Drie minuten in de stromende regen voelen als een uur. Met jas, poncho en paraplu zet ik door.

Plots is de zon terug. Omroep Zeeland arriveert en filmt me van alle kanten. Even voelt het alsof ik over de rode loper loop — alleen zonder smoking. Het interview gaat vlot, maar kost wel een half uur vertraging. Ach, voor zo’n kans heb ik dat er graag voor over.

Onderweg nemen we in Lewedorp nog tijd voor een kop koffie en een (goede) cappuccino, die ons werden aangeboden door café “De Goede Verwachting”.

Een moment van bezinning
In de buurt van Arnemuiden sta ik stil bij het Sloedam monument, dat herinnert aan de vele Canadezen die tijdens de Tweede Wereldoorlog betrokken waren bij de bevrijding van Walcheren.
Mijn oog valt op het woord “bevrijding”. Bevrijding, vrij zijn van bezetting, geen hinder meer ondervinden van, verlost zijn van enz. Op deze slotetappe kan dit geen toeval zijn dat ik dit tegenkom. Ik loop voor vrijheid, Suriname kankervrij.

Bij het gedenkmonument zoek ik ter overdenking een rustig plekje. Hier besluit ik om ook iets op te nemen waarbij ik het volgende overdenk:
– wat heeft mij bezield om de krankzinnige afstand van 1030 km te lopen?
– ik heb het gedaan om een statement te maken voor kankerbestrijding in Suriname
– in Suriname sterven er mensen onnodig aan kanker
– in Suriname er een gebrek is aan middelen voor kankerbestrijding
– ik heb het gedaan om aandacht te vragen en geld in te zamelen voor kankerbestrijding in Suriname
Om op tijd in het gemeentehuis te komen stap ik bij Ron in de auto en rijden we naar Middelburg. Die laatste kilometers zal ik straks nog gaan lopen.

De grote ontlading
In het gemeentehuis hoor ik dat er mensen naar me op zoek zijn. Even later zie ik ze: mijn neven Ginio en Paul, en Alice, de zus van mijn beste vriend, die aan kanker overleed; met haar partner en kleindochter.

Mijn pantser breekt. Tranen stromen. Alles komt eruit: pijn, vermoeidheid, kou, hitte, slaapgebrek. Ik omhels ze één voor één, met Ron naast me.

De laatste handtekening
Bij Willemien Treurniet, loco-burgemeester van Middelburg, volgt een tweede emotiegolf. Praten lukt even niet. Het aangeboden water sla ik af, mijn bloed ís al water. Uiteindelijk hervat ik het gesprek, waarna zij haar handtekening en stempel in mijn wandelpaspoort zet. Foto’s worden gemaakt en we nemen afscheid.

Geen gesjoemel
Terug naar de route voor de laatste kilometers. Kort voor het einde stelt Ron voor dat ik mag instappen. Geen sprake van. Ik heb 1030 kilometer beloofd, dus ik maak ze af. De stoïcijnse ik heeft het overgenomen.

De laatste meters door Middelburg voelen onwezenlijk. Bij het gemeentehuis zucht ik: “Hè hè.” Schoenen uit na veertien uur lopen, pure bevrijding.

Proost op het einde
In hotel St. Joris zit iedereen al aan het bier. Na maanden vrijwel droog te hebben gestaan, proost ik mee. Bij het tweede glas zweef ik.

Een welkome fysiobehandeling
Het groepje dat mij heeft ontvangen keert weer huiswaarts en zoetjes aan wordt tijd voor mijn laatste fysiobehandeling die ik aangeboden krijg van Praktijk Marije Wisse. En weer staat mij een prachtige fysiotherapeut te wachten, het is Marije zelf. 
Gelukkig is Marije genadig en zachtaardig voor mij tot dat ik zie dat ze met een pistool op me afkomt. Dat ding heeft dus echt een vorm van een pistool maar dan tienkeer zo groot en dik met een ronding zo groot als een appel aan de voorkant. Als ze de trekker overhaalt begint die ronding als een gek te trillen en richt het op mijn bovenbeen. Kun je dat hebben vraagt ze me? Ja, het is even wennen maar ‘t gaat prima. Zo worden mijn benen van boven naar onder en van voor naar achter onderhanden genomen. Ook de nekmassage die ik van haar krijg voelt lekker ontspannen aan.
Als ze zegt dat het erop zit merk ik bij mezelf een lichte teleurstelling, van mij had ze nog wel een paar uurtjes mogen doorgaan.
Voordat we naar het hotel gaan genieten Ron en ik nog van een lekker diner. Onder het genot van nog een biertje gaan mijn gedachten uit naar morgenochtend, ik kan en ga uitslapen!
Hartelijk dank aan hotel St. Joris voor het sponsoren van deze overnachting.

Zondag 27 juli

Kippenbillen en klepperende nonnen – Wijnegem naar Krabbendijke

In het aardedonker staat er bij het startpunt een ronkende auto. Daarin moet Jenny zitten, mijn gezelschap voor deze etappe. Kort voordat ik uitstap zeg ik tegen Ron dat ik niet op haar ga wachten, en dat ik zeker geen hoger tempo ga lopen als ze te snel gaat. Jenny blijkt te zijn gebracht door háár man Ron. Twee Ronnen dus. Haar Ron wenst me succes met Jenny, niet meteen een geruststellende start.

Met de lichtbundel van mijn koplamp banen we ons een weg langs het Albertkanaal. Na een paar kilometer kijk ik, per ongeluk, in de richting van Jenny. In het donker is dat eigenlijk not done, maar ik wilde toch weten wie er naast me liep. Jenny blijkt de exotische uitvoering van Ine te zijn… dat wordt nog wat tot Krabbendijke. Ik besluit haar de rest van de tocht maar niet meer aan te kijken.

We lachen veel onderweg. Jenny of “Jeenie”, zoals ik haar ga noemen omdat ze mijn naam telkens als “Steevan” uitspreekt,  werkt als leidinggevende bij de douane. Ze kwam bij deze tocht terecht nadat ze tijdens de Vierdaagse van Nijmegen een krantenartikel over mij en de “Loop voor Hoop” las. Dat artikel heb ik zelf trouwens nooit gezien.

In Kapelle belanden we bij Bakkerij Patisserie & Degustatie. Een paradijs van gebak, brood en gratis koffie. “Degustatie” blijkt te betekenen dat je er hoogwaardige dingen kunt proeven, wel op reservering. Buiten raken we in gesprek met een dame die ons vervolgens een pitch over het geloof en Jehovah’s Getuigen geeft. Ik overtuig haar om ook even naar ikloopvoorhoop.nl te gaan.

Ons tempo zakt naar 4,5 km/u, maar dat vind ik prima; deze tocht is ook om dingen te zien, te beleven en te praten.

Op de zondagsmarkt in Kapelle trekt een kraam mijn aandacht: kippenbil €3,50. Gelijk zeg ik tegen Jenny dit kan nooit. Jenny zegt: ja, maar het staat er wel. Dus ik vraag om tekst en uitleg en vraag waar de billen gebleven zijn want die kon ik niet ontdekken. Ja meneer, zei de dame achter de toonbank dat zijn echt de kippenbillen hoor. Om een lang verhaal kort te maken noemen ze een kippenpoot in België kippenbil. In Suriname is een échte kippenbil, dat hartvormige stukje vlees, juist een delicatesse.
Bekijk vooral ook mijn filmpje!

Even later lopen we midden in het bos richting luidende klokken. We verwachten een kerk, maar vinden twee oudere dames in een autootje. Ze vertellen dat het geluid van het klooster komt; “de nonnen waren aan het klepperen.” Mijn grap dat ik daar maar beter niet aan kon kloppen voordat ze bij mij ook beginnen te klepperen, zorgt voor een lachsalvo.

Dan volgt een enorme hoosbui. Regenjas, poncho, paraplu, alles wordt ingezet, zelfs mijn “grote boodschappentas” wilde niet achtergelaten worden in het doordrenkte bos en blijft bij me.

De grens met Nederland slingert heen en weer; we passeren hem meerdere keren. Bij Rilland komt een zwarte wagen naast me rijden: Steven van Stichting Lions Werkgroep Suriname. Hij en zijn vrouw Fatima lopen een stuk mee, net als Litesse, de zus van Jenny. Fatima heeft het zo naar haar zin dat ze haar plek niet wil afstaan aan Steven, tot zijn lichte frustratie. Uiteindelijk lukt het Steven toch om zijn plaats te bemachtigen om het laatste stuk mee te lopen naar Krabbendijke.

In Krabbendijke staan Ron en Ron ons op te wachten. We eindigen in het enige geopende horecagelegenheid: een Chinees restaurant. De inrichting was matig, maar met z’n zevenen was het toch gezellig.

Daarna nog een bami gehaald voor het avondeten en door naar mijn overnachtingsadres. Dankzij Kees en zijn vrouw mocht ik logeren in hun prachtige B&B Oosterschelde. Jammer dat er maar één kamer was, Ron sliep in een dorp verderop.

Zaterdag 26 juli

Tegenwind langs het Albertkanaal Meerhout naar Wijnegem. 

Het is aardedonker als ik om 4.30 uur vertrek vanuit Meerhout. Gelukkig had ik m’n koplamp meegenomen, want zonder was het echt niet te doen. De mist hangt laag over het grindpad waar ik op loop, en op dat uur kom je werkelijk niemand tegen. De enige troost is de geur van dennenbomen – heerlijk fris. Zo begint mijn tocht door de bossen.

Na een paar uur verandert het landschap en bereik ik het Albertkanaal. Wat ik toen nog niet wist, is dat dit kanaal de rest van mijn dag zou bepalen. Het uitzicht: water, sluizen, schepen – indrukwekkend, maar eindeloos. Vooral het sluizencomplex bij Olen, met een hoogteverschil van zo’n 8 meter, is indrukwekkend om te zien.

Aangetrokken en gefascineerd door deze megaconstructies blijf ik hier nog minuten lang rond hangen waarbij onder mij de vrachtschepen statig de sluis in glijden voor een lift naar een ander water niveau. 

Ontmoeting met Arnold Vanderlyde

Aangekomen bij het plaatsje Herentals, gelegen aan het kanaal, word ik aangenaam verrast door Arnold Vanderlyde. Samen met zijn dochter stond hij mij op te wachten, wat een super verrassing. Arnold, voormalige boxer en 3-voudig winnaar van Olympisch brons, liep enkele meters met mij mee en hield toen stand om mij een echte “Fighting Spirit Peptalk” te geven. Daarbij sprak hij zijn bewondering uit voor mijn moet en doorzettingsvermogen. Hij eindigde zijn woorden met “je bent een kanjer!”

Het pad langs het kanaal is verboden voor auto’s, dus Ron moet creatieve manieren vinden om me onderweg te bereiken. En dan is er nog de wind. Die westenwind blaast precies recht in mijn gezicht, de hele dag. Het werd een gevecht. Tegen de vermoeidheid, tegen de pijn in mijn benen, tegen een slaaptekort… maar vooral tegen die tegenwind. Het voelde alsof ik geen meter vooruitkwam.

Een Fata Morgana?

En dan vraag ik mij ineens af of ik lopend aan het ijlen ben of dat ik te maken heb met het Fata Morgana effect waarbij ik dingen zie die niet mogelijk zijn, ik hou het maar op ’t laatste. Het kan onmogelijk zijn dat ik langs dit saaie kaneel ineens een exotische Hawaii beach in de verte zie. Naar mate ik nader knipper ik nog maar eens met de ogen en nog steeds zie ik het beeld van een exotische Hawaii beach, althans dat is mijn verlangen op dit moment. Als mijn vizier nu echt scherp gesteld is wordt mijn droom bewaarheid, nou ja bewaarheid… Ze hebben hier langs het kanaal in België echt hun best gedaan om een exotisch uitziend rustpunt te creëren. Als je nog nooit naar de tropen bent geweest zou je jezelf ook echt in de tropen voelen. Door mijn vermoeidheid geef ik me over en doe alsof ik nog nooit in de tropen geweest ben. Een colaatje, waarbij ik de rum erin fantaseer, geeft mij de broodnodige rust en ontspanning om straks weer vol goede moet door te gaan.

Wandelaars uit Wijnegem

Na uren langs het Albertkanaal te lopen kom ik twee wandelaars tegen waar ik in gesprek mee raak. Ze komen zelf uit Wijnegem. Hij is net als ik een gewezen sportinstructeur en zij heeft altijd op kantoor gezeten tot het moment dat ze astmatische aandoeningen kreeg had ze met wandelen of sporten niets van doen. Door hem is ze uiteindelijk gaan wandelen en heeft ze het plezier ervan ontdekt. Nu lopen ze minimaal driekeer in de week. Van hem krijg ik van alles te horen over Wijnegem, een beter gids had ik mij niet kunnen bedenken. Van geschiedenis tot architectuur, alles passeert de revue. Zo loop ik ongemerkt Wijnegem binnen waar Ron mij al staat op te wachten.

Een welkome fysiobehandeling

We trekken gelijk door naar de Fysio Concept waar Ine, een bloedmooie fysiotherapeute, mij op haar vrije zaterdag staat op te wachten. Dat wordt genieten en ik kan niet wachten tot de behandeling begint. Ik sluit mijn ogen en denk, begin maar. Jeetje, niet veel later lag ik volgens mij stijf tegen het plafond. Ik wist niet waar mijn oerkreten vandaan kwamen, ik ken ze alleen maar tussen het witte laken en daar lag ik nu echt niet onder. Zonder genade of enig medelijden van mijn indrukwekkende afstanden die ik inmiddels achter de rug had werd ik vakkundig onderhanden genomen en uitgebalanceerd om zodoende morgen weer fris aan de start te kunnen verschijnen.

Voor ons vertrek naar het B&B vragen we Ine waar we een goede en authentieke Belgische maaltijd kunnen krijgen. Vastberaden zegt zij; friet met stoofvlees.

En wat er gebeurt is met mijn fantasie bij binnenkomst? Die zit nu als souvenir onlosmakelijk aan het plafond van haar praktijk verankerd.

Overnachting en friet met stoofvlees

Als we bij B&B Golf Schilde, onze overnachtingslocatie, aankomen lijkt alles idyllisch te worden. Het ligt in een bosrijke omgeving en ziet er super mooi uit. We worden al opgewacht door de gastheer die ons voorgaat naar onze kamers die enkele etages hoger gelegen zijn. Bij elke trapschrede voelt de accommodatie er oncomfortabeler uit. Ron had in de tussentijd friet met stoofvlees gehaald en vroeg of er ook serviesgoed was. Hierop opende de gastheer de deur naar het kleine toilet dat ook nog schuin afliep waardoor je opgevouwen op de wc zou zitten. Direct naast de pot was een klein kastje dat net zo hoog was als de wc-pot zelf, deze opende hij en haalde daar de borden en het bestek uit. Als door een magneet getrokken keken Ron en ik elkaar gelijktijdig en zeer verontwaardigd aan. Onze blikken spraken boekdelen. Gelukkig had ik mijn eigen bestek bij me.

De overnachting wordt een nachtmerrie. Door de open ruimte, nergens was het afgesloten, werd ik wakker gehouden door het gepraat en gerommel van personen die onder mij verbleven.

Daarbij kreeg ik onophoudelijk bezoek van muggen, steeds als ik net wegdommelde werd er weer aan mijn oor gezoemd. Tel daarbij de enorme hitte van de zolderverdieping bij op, geen airco en ook geen fan. Badend in het zweet en bezaaid met muggenbulten hield ik het om 02.30 uur voor gezien en begon mij klaar te maken voor de route Wijnegem – Krabbendijke, om 04.00 uur zou Jenny deze route met mij meelopen.

Ook deze overnachting werd gesponsord door Torarica, waarvoor dank.

Vrijdag 25 juli

Van Genk naar Meerhout
Doorzetten met pijn en plezier. 

Om 6.00 uur vanochtend ben ik vertrokken uit Genk, op weg naar Meerhout. Het begin was even doorbijten: mijn spieren voelden de eerste twee uur nog stijf aan. Gelukkig had het hotel voor ons een goed ontbijt en lunchpakket verzorgd. Mijn ontbijt? Een stokbrood van bijna een halve meter, rijkelijk belegd met ham, tomaat, sla en saus. Daar kon ik wel even op vooruit.

Onderweg kwam ik Ron geregeld tegen; hij liep ook delen van de route mee. In Beringen stond Paul ons op te wachten met een fijne verrassing: een lunch bij café The Corner. Voor het eerst in mijn leven at ik daar een tosti met een spiegelei erbovenop. Verrassend lekker!

Na de lunch begon het wat te regenen, maar met mijn regenjack aan was dat geen probleem. Even later klaarde het gelukkig weer op.

Tijdens de route belde mijn dochter. Of ik mijn kleinzoon even kon geruststellen. Natuurlijk! Voor mij is dat kinderspel: ik leid hem gewoon af met verhalen en vragen. Hij wilde dat ik meteen naar hem toe kwam. Volgens hem is dat eenvoudig; gewoon met de bus of trein. Tja, zo simpel is het helaas niet als je midden in België loopt. Nog even wachten, jongen!

Mijn benen en voeten protesteerden steeds harder, maar opgeven is geen optie. Niet veel later staat Ron  mij in de verte op te wachten en loopt hij een stukje met mij mee. Ik vermoed dat hij door mijn lage wandeltempo merkt dat het bij mij aan alle kanten kraakt. Hij bevestigd mijn gevoel door kort daarop te vragen hoe het met mij gaat waarop ik hem antwoord dat ik kapot ben. Ron oppert dat als het niet meer gaat ik gewoon kan stoppen. Hierna volgt een lange stilte behalve in mijn hoofd. In gedachte antwoord ik hem dat stoppen bij mij geen optie is waarna ook mijn gedachte in stilte verzanden.

Na enige tijd geeft Ron aan dat hij terug gaat lopen anders mist hij mijn volgende stop. Nog geen honderd stappen verder verschijnt op mijn verbeten gezicht een lach waarbij alle pijn verdwijnt, de oorzaak hiervan is een naambord. Dit naambord komt op het juiste moment om aan te geven hoe ik mij echt voel.
Gelukkig kwam er onderweg nog een oppepper: bij IJshoeve Het Merrets trakteerde Ron me op een ijsje. Eerlijk is eerlijk, ik heb weleens lekkerder ijs gehad, maar het gebaar en de verkoeling deed me goed.

De laatste loodjes
Nog een klein stukje naar Meerhout. Daar aangekomen kom ik langs een Surinaamse toko. Een van de mannen kende mijn actie, de andere had er nog niet van gehoord. Als stimulans kreeg ik een flesje water van ze. En dan eindelijk, op de Markt zag ik Ron die me stond op te wachten. Ik ben blijk dat ik er ben.

Sopropo
Ik kan eerlijk zeggen dat m’n lichaam niet meer zo fris is: ik ben gaar, alles doet pijn. Maar niemand zal mij ooit horen klagen, dat past helemaal niet bij mij.

Het avondeten was deze keer lekker Surinaams. Giovanni had voor ons sopropo geregeld en bracht dat in het hotel. Sopropo heeft het uiterlijk van een bejaarde komkommer, zwaar gerimpeld, en een uitgesproken bittere smaak. Het is een van mijn favoriete Surinaamse groentes. Heerlijk! Zelfs Ron, die dit voor het eerst en het laatst enkele jaren gelden in Suriname gegeten heeft kon er weer lekker van genieten.

Na eten snel m’n bed in. Het aftellen is begonnen, nog een paar dagen.
Het hotel in Mol waar wij de nacht doorbrachten werd gesponsord door Torarica, waarvoor dank.

Donderdag 24 juli 

Van Geleen naar Genk:

Afscheid, verrassingen en Belgische cappuccino. 

Een vroege start en een wissel van de wacht
Om 6.00 uur vertrok ik vanuit Geleen voor een nieuwe etappe. Vandaag nam ik afscheid van mijn trouwe begeleider Stefan, die mij de afgelopen periode ondersteunde. Ron neemt vanaf nu het stokje van hem over. Voor de eerste kilometers liepen Ron en Erna met mij mee richting Maastricht.

Warm welkom in Maastricht
De wandeling verliep soepel en we kwamen ruim op tijd aan in Maastricht. Daar werden we hartelijk ontvangen door loco-burgemeester Jeroen Hoenderkamp. Hij zette zijn handtekening in mijn wandelpaspoort en nodigde ons uit voor koffie met vlaai; een heerlijk Limburgs gebaar dat we dankbaar aannamen.

Nieuwe gezichten en oude bekenden
In Maastricht sloot Marisca zich aan, met een leuke verrassing: een zakje bananenchips! Ze had in eerste instantie het plan om tot Lanaken mee te lopen, maar liep uiteindelijk zelfs helemaal mee tot Genk.
Onderweg kregen we bericht dat er in Lanaken een lunch zou worden aangeboden. Helaas bleek de locatie tien kilometer buiten de plaats Lanaken te liggen, logistiek onhandig, dus we besloten die over te slaan.

Tot mijn verrassing kwam ik in Lanaken ook Yvonne tegen, een oude bekende van het CIOS. Ik had haar al jaren niet gezien. Ze had een envelopje met persoonlijke steun bij zich en liep een stukje mee, voordat ze weer naar haar werk moest.

Belgische gastvrijheid met een twist
Eenmaal aangekomen in Genk streken we neer op het eerste terras dat we tegenkwamen. Ik bestelde een cappuccino, maar kreeg iets wat meer leek op een glas koffie met een halve bus slagroom erop. Niet te drinken, maar wel een moment om te lachen.
Daarna bezochten we fysiotherapeut Jan Cleenen van Motion To Balance. Hij gaf me een uitgebreide behandeling die zeer welkom was na zo’n lange tocht.

Avondmaal en welverdiende rust
Na een douche in het hotel vroegen we op straat naar een plek waar we écht Belgisch konden eten. Frieten? Nee, die heb ik overgeslagen. Het werd pasta; in zo’n grote portie dat ik er gerust nog een dag mee vooruit kon.
Daarna ben ik als een blok in slaap gevallen. Morgen wacht weer een nieuwe dag, met nieuwe kilometers en nieuwe verhalen.