Van Genk naar Meerhout
Doorzetten met pijn en plezier. 

Om 6.00 uur vanochtend ben ik vertrokken uit Genk, op weg naar Meerhout. Het begin was even doorbijten: mijn spieren voelden de eerste twee uur nog stijf aan. Gelukkig had het hotel voor ons een goed ontbijt en lunchpakket verzorgd. Mijn ontbijt? Een stokbrood van bijna een halve meter, rijkelijk belegd met ham, tomaat, sla en saus. Daar kon ik wel even op vooruit.

Onderweg kwam ik Ron geregeld tegen; hij liep ook delen van de route mee. In Beringen stond Paul ons op te wachten met een fijne verrassing: een lunch bij café The Corner. Voor het eerst in mijn leven at ik daar een tosti met een spiegelei erbovenop. Verrassend lekker!

Na de lunch begon het wat te regenen, maar met mijn regenjack aan was dat geen probleem. Even later klaarde het gelukkig weer op.

Tijdens de route belde mijn dochter. Of ik mijn kleinzoon even kon geruststellen. Natuurlijk! Voor mij is dat kinderspel: ik leid hem gewoon af met verhalen en vragen. Hij wilde dat ik meteen naar hem toe kwam. Volgens hem is dat eenvoudig; gewoon met de bus of trein. Tja, zo simpel is het helaas niet als je midden in België loopt. Nog even wachten, jongen!

Mijn benen en voeten protesteerden steeds harder, maar opgeven is geen optie. Niet veel later staat Ron  mij in de verte op te wachten en loopt hij een stukje met mij mee. Ik vermoed dat hij door mijn lage wandeltempo merkt dat het bij mij aan alle kanten kraakt. Hij bevestigd mijn gevoel door kort daarop te vragen hoe het met mij gaat waarop ik hem antwoord dat ik kapot ben. Ron oppert dat als het niet meer gaat ik gewoon kan stoppen. Hierna volgt een lange stilte behalve in mijn hoofd. In gedachte antwoord ik hem dat stoppen bij mij geen optie is waarna ook mijn gedachte in stilte verzanden.

Na enige tijd geeft Ron aan dat hij terug gaat lopen anders mist hij mijn volgende stop. Nog geen honderd stappen verder verschijnt op mijn verbeten gezicht een lach waarbij alle pijn verdwijnt, de oorzaak hiervan is een naambord. Dit naambord komt op het juiste moment om aan te geven hoe ik mij echt voel.
Gelukkig kwam er onderweg nog een oppepper: bij IJshoeve Het Merrets trakteerde Ron me op een ijsje. Eerlijk is eerlijk, ik heb weleens lekkerder ijs gehad, maar het gebaar en de verkoeling deed me goed.

De laatste loodjes
Nog een klein stukje naar Meerhout. Daar aangekomen kom ik langs een Surinaamse toko. Een van de mannen kende mijn actie, de andere had er nog niet van gehoord. Als stimulans kreeg ik een flesje water van ze. En dan eindelijk, op de Markt zag ik Ron die me stond op te wachten. Ik ben blijk dat ik er ben.

Sopropo
Ik kan eerlijk zeggen dat m’n lichaam niet meer zo fris is: ik ben gaar, alles doet pijn. Maar niemand zal mij ooit horen klagen, dat past helemaal niet bij mij.

Het avondeten was deze keer lekker Surinaams. Giovanni had voor ons sopropo geregeld en bracht dat in het hotel. Sopropo heeft het uiterlijk van een bejaarde komkommer, zwaar gerimpeld, en een uitgesproken bittere smaak. Het is een van mijn favoriete Surinaamse groentes. Heerlijk! Zelfs Ron, die dit voor het eerst en het laatst enkele jaren gelden in Suriname gegeten heeft kon er weer lekker van genieten.

Na eten snel m’n bed in. Het aftellen is begonnen, nog een paar dagen.
Het hotel in Mol waar wij de nacht doorbrachten werd gesponsord door Torarica, waarvoor dank.